Barbier en chirurgijn

Chirugijn aan het werk

Bij een barbier denken wij tegenwoordig meteen aan een kapper. Logisch, want het knippen en scheren behoorde zeker tot zijn taken. Sterker nog, het woord barbier is afgeleid van het Latijnse barba, dat baard betekent.

Maar het werkterrein van de barbier besloeg meer dan het verzorgen van snorren en baarden, want hij was tevens een soort hulpchirurgijn. Hij hield zich bezig met simpele medische handelingen, vaak het slag waarbij bloed vloeide, zoals bijvoorbeeld het aderlaten. Een barbier plaatsen we grofweg in de periode Middeleeuwen tot Gouden Eeuw.
Ook aan boord van VOC- en WIC-schepen gingen een chirurgijn en een barbier mee en vaak ook nog een onderbarbier. Een bekende chirurgijn aan boord van een Delfts VOC-schip was Jan van Riebeeck, de latere stichter van Zuid-Afrika. Van Riebeeck zelf kwam niet uit Delft maar uit Culemborg. Het was zijn eerste zeereis, maar deze verliep verre van voorspoedig (zie ook het boek Delft gezien door de ogen van HET DELFTSE GESLACHT STUIJLING) want het schip 'Het Hoff van Hollant' verging voor de Afrikaanse kust.