Beijeren van, Abraham
From VerhalenWiki
Hij zou de zoon zijn van Hendrick Gillisz van Beijeren alias van den Beijer (geb. ca. 1593, ovl. Delft 1642) en Anneken Dircx (ovl. 1629). Vader Hendrick trouwde opnieuw te Delft op 26 juli 1637 met Marija Cornelis Linschooten en woonde 'int Boterhuijs aent Marctvelt' (heden Markt 17). Abraham is in heel wat plaatsen werkzaam geweest. Naast Den Haag waren dat Delft, Amsterdam, Alkmaar, Gouda, Leiden en Overschie.
Abraham is in de leer geweest bij Tymon Arentsz Cracht. Hij begon met het schilderen van marines, daarna stillevens; zijn vroegst gedateerde stilleven is het in 1653 geschilderde pronkstilleven in München, maar hij heeft waarschijnlijk in 1645 al een stilleven met mossels verkocht. Zijn werk werd beïnvloed door zijn aangetrouwde neef Pieter de Putter, maar ook door Jacques Claeuw, Jan Goyen en Jan de Heem. Maar op zijn beurt werden weer tal van kunstschilders door Abrahams werk beïnvloed.
Tussen 1650 en 1660 legde hij zich toe op stillevens met zilverwerk en Chinees porselein. In 1649 vervaardigde hij een vissersbord in opdracht van Maassluise stuurlieden. Zijn pronkstilleven in de National Gallery of Scotland is alom beroemd.
In Leiden trad hij in 1639 in het huwelijk. Hij huwde opnieuw in 1647 met Anna van den Queborn. In Maart 1690 overleed Abraham in Overschie.
Bronnen: Ecartico; RKD; DTB-Delft; Willigen/Meijer 2003, p. 33-34, Wikipedia.