Linschoten, Adriaen Cornelisz van

De apostel Paulus door Nicolaes Jansz Verkolje naar Adriaen van Linschoten

Adriaen Cornelisz van Linschoten werd omstreeks 1606 in Delft geboren. Hij was een zoon van de glasmaker Cornelis Adriaensz van Linschoten en Maritgen Faessen die aan de oostzijde van het Oosteinde woonden. Als glasmaker was vader Cornelis lid van het Sint-Lucasgilde. Adriaen zou omstreeks 1634 als kunstschilder lid worden van dit gilde. Als kunstschilder was Adriaen woonachtig en werkzaam in Delft (Bagijnhof), Den Haag en Italië. Hij was een leerling van Joris van Lier maar zette zijn opleiding voort in Italië alwaar hij in de leer was bij Jusepe Ribera. Adriaen schilderde met olieverf met als onderwerpen historie, vruchtenstillevens, vanitasstillevens, genrestukken en portretten. Adriaen was nogal een amokmaker en werd daardoor meermaals uit den Haag verbannen. In 1634 zou van Linschoten in Brabant getrouwd zijn, uit welk huwelijk twee dochters geboren zouden zijn.

Er is een anekdote, verteld door de schilder Pieter Jansz van Ruyven, die Van Linschoten gekend zou hebben. Volgens dit verhaal kreeg Van Linschoten van een pastoor de opdracht om de apostel Paulus te schilderen, wenend van berouw om zijn zonden. Toen Van Linschoten het voltooide werk aan zijn opdrachtgever liet zien vroeg hij of de huilebalk goed genoeg was geschilderd. Hoewel onder de indruk van het schilderij, weigerde de geestelijke het schilderij af te nemen van deze heidense schilder.
In het geslacht Van Linschoten kwam een aantal buskruitmakers voor. Wellicht inspireerde dit Adriaen tot het schilderen van een alchemist. Dit doek werd aangeschaft door buskruitmaker en kunstverzamelaar Abraham van der Heul, die even buiten de Waterslootse poort woonde.
Adriaen Cornelisz van Linschoten overleed in Den Haag. Hij werd daar op 26 juli 1677 begraven.

Bronnen: Kalden, ONA-Delft, ONA-Rotterdam, Wikipedia, RKD.